Vergeten prematuren uit de vergetelheid en het misbruikte argument ‘Leven’
Dood is niet de vijand van Leven,
noch staat hij in dienst van Leven.
Leven is niet de vijand van Dood,
noch staat zij in dienst van Dood.
Het misbruikte argument ‘Leven’
Graag wil ik iets delen over wat ik noem ‘het misbruikte argument Leven’. Daar bedoel ik mee dat met het argument ‘Leven’, het belang van leven ten opzichte van dood, uit angst voor de dood of de eigen vermeende sterfelijkheid, makkelijk en ten onrechte wordt gebruikt en aangenomen. Hiermee worden zaken bedekt, die zichtbaar moeten zijn. De Covid-maatregelen (sommige of allemaal) zijn daarvan een bekend voorbeeld.
Ik wil een persoonlijk voorbeeld delen dat meteen enige informatie verschaft over de werkelijke situatie bij vroeggeboortes (in het verleden). Informatie hierover komt de laatste tijd mondjesmaat vrij vanuit de wetenschappelijke wereld.
Mij is gebleken dat kennis en erkenning van persoonlijk en collectief trauma, helpend is in het bewustwordingsproces van het individu en het collectief. In tegenstelling tot therapeutiseren met aangenomen kennis of ‘het denken te weten over de ander’ (invullen en/of bemoeien).
Vergeten prematuren en de mantel der vergetelheid
Onlangs ontdekte ik dat ik eindelijk ‘ergens bij hoor’. Ik hoor bij de groep ‘vergeten prematuren’. Hoera? Ik kwam op deze aarde als prematuur, daarna ben ik vergeten. En als ik wel eens iets zeg over het feit dat mijn leven begon in een couveuse, krijg ik vaak de reactie: ‘maar zonder couveuse was je er niet geweest (houd dus je mond maar)’.
Wij willen hier niet over praten, we willen het vergeten. Hier zijn en dus niet-dood, is wat gebruikt wordt als de mantel der vergetelheid. Graag licht ik hem op, omdat ik mezelf niet vergeten ben. (Wat is het verschil tussen dood en vergeten?)
Vergeten prematuren
‘Vergeten prematuren’ zijn baby’s die geboren werden na 30 tot 35 weken zwangerschap (en niet nóg eerder). Deze baby’s – die nu volwassenen zijn – worden zo genoemd omdat zij na hun couveusetijd werden beschouwd als ‘gewone baby’s’.
Zij zaten niet in een zogenaamd follow up-programma. Er werd net als bij sommige ‘niet-vergeten prematuren’ nooit of zeer weinig gesproken over de start van hun leven. Hun prematuur-zijn werd niet onderkend, terwijl zij later in hun leven niet zelden tegen problemen aanliepen.
Over mijn start werd gezegd dat ik:
• even zwaar was als twee pakken suiker.
• ongeveer twee maanden te vroeg geboren ben.
• in een couveuse heb gelegen.
Verder niets.
In mijn medisch dossier staat – zoals bij vermoedelijk alle prematuren – mijn vroeggeboorte niet vermeld. Bijzonderheden bij bevalling worden vermeld in het medisch dossier van de betreffende moeder.
Ex-Couveusekinderen zijn erg gevoelig voor geluid
Vroeger maakte het motortje van een couveuse veel geluid. Het geluid in een couveuse was 70-80 decibel, te vergelijken met het geluid van auto’s langs de snelweg.
In een couveuse komen geluiden van bijvoorbeeld pratende verzorgers, een deur of een vuilnisbakklep die dichtklapt erg hard binnen.
Dit, 24/7 gedurende de eerste weken of maanden van het leven van een nog niet volledig uitontwikkeld mens van wie het zenuwstelsel nog onvolgroeid is.
Wanneer een baby vroeger even stopte met ademhalen, kon een een klap op de couveuse uitkomst bieden. De schrikreactie (die intens moet zijn geweest) moest ervoor zorgen dat de baby weer ging ademhalen.
Ook werden instrumenten die nodig waren voor verzorging, zoals een schaar, makkelijk even op de couveuse gelegd.
Ex-Couveusekinderen zijn vaak erg gevoelig voor licht
Op de couveuse-afdeling was 24/7 het licht aan.
Ex-Couveusekinderen zijn vaak gevoelig op het gebied van fysieke aanraking
Baby’s kregen geen rustperiodes en konden op ieder moment gestoord worden voor handelingen. Deze handelingen waren vaak niet afgestemd op het formaat van deze baby’s. Laboratoria vroegen bijvoorbeeld om standaard hoeveelheden bloed, dat zeer moeilijk is af te nemen bij prematuren, die natuurlijk ook geen standaard hoeveelheid bloed hebben.
Verplegend personeel werd opgedragen zich te beperken tot verplegende en verzorgende taken, geen geknuffel!
Ex-Couveusekinderen kampen vaak met hechtingsproblematiek
Veel baby’s werden na veelal een keizersnede direct in een couveuse gelegd. Die geboortes gingen er vaak weinig zachtzinnig aan toe (bv aan de voeten eruit getrokken; baby’s draaien natuurlijkerwijze pas in de laatste fase van de zwangerschap met hun hoofd naar beneden). Moeders kregen hun kind pas na weken, soms maanden voor het eerst in de armen om het mee naar huis te nemen. Veel moeders (en vaders!) durfden zich (lange tijd) niet te hechten aan hun kind (dat wel gewend was aan isolatie).
Vanaf 1975 mag er mondjesmaat bezoek komen op de afdelingen. Vanaf de jaren ’80 mocht de couveuse soms naar de moeder of andersom. Vanaf de jaren ’90 komt het kangoeroeën in. Hierbij wordt de prematuur voor langere tijd op de blote huid van een van de ouders gelegd. Huid-op-huid-contact is om een heleboel redenen waardevol en doet (jonge) mensen goed. Er wordt wel beweerd dat het een eerste levensbehoefte is. Uit het omstreden wetenschappelijke experiment met rhesusaapjes dat al begin jaren ’60 werd uitgevoerd, is deze conclusie eenvoudig te trekken. (Tussen de jaren ’60 en ’90 zit 30 jaar.)
In 2019 kruipt een kinderarts 24 uur in een couveuse ‘op maat’ om – met een volgroeid! zenuwstelsel – te ervaren hoe dat is.
Ex-Couveusekinderen krijgen vaak veel labels die de lading niet dekken en waar ze niets mee opschieten
In alles is verbetering gekomen. Dit neemt niet weg dat mensen die vroeger in een couveuse lagen, later vaak met problemen kampen. Gebrek aan kennis en inzicht over hoe het eraan toeging op de afdeling neonatologie, maar ook over wie de mens in wezen is, maakt dat therapie volgens aangeleerde of aangenomen kennis (voor velen) niet werkt.
De onwetendheid over hoe het er vroeger aan toe ging bij vroeggeboortes en in couveuses is er mede de oorzaak van dat er ex-couveusekinderen rondlopen met psychiatrische labels.
Labels vanuit de therapeutische en spirituele wereld (die de lading niet dekken), kunnen je in een afleidende verhalenmachine trekken waarmee je weinig opschiet.
Ik lag niet ‘lekker warm en goedverzorgd’ in een couveuse!
Persoonlijk had ik te maken met een regressietherapeut die tijdens regressie ontkende dat ik het benauwd had en beweerde dat ik ‘lekker warm en goedverzorgd’ in een couveuse lag. Het is een voorbeeld van een goedbedoeld misverstand vanuit verkeerde (aangenomen) kennis.
Nog een paar uur en het is precies 49 jaar geleden dat ik in een couveuse werd gelegd. In de weken daarna had ik het benauwd, koud en was ik overprikkeld en geïsoleerd. Medische handen grepen mij vast voor onderzoeken en ik werd voorzien van apparatuur die mij onder andere leerde dat ik het niet zelf zou kunnen. Dat ik daar niet goed genoeg voor was.
Van niet-therapeuten die eveneens goedbedoeld labelden, kreeg ik niet zelden het label dat ik seksueel misbruikt of autistisch zou zijn of adhd zou hebben. Sommige reacties van het neurologisch systeem (reflexen) van ex-couveusekinderen, komen inderdaad vaak overeen met de kenmerken van autisme of adhd of van iemand die seksueel misbruikt is.
Ik voel mij overigens wel degelijk (fysiek) misbruikt en van mijn eigen onrust (of het tegenhouden daarvan) word ik zelf soms ook heel moe en boos. Dat laatste moet ik ook weer tegenhouden om niet weggezet te worden als ‘boos meisje’. Een label dat in deze patriarchale wereld toch al snel geplakt wordt op vrouwen die zich kritisch uitspreken en niet – zogenaamd ondergeschikt aan de man – meebewegen.
Keer het tij met juiste informatie en bewustzijn!
Wie al vroeg te maken had met isolatie, bovenmatige prikkeling en ondoorvoelde fysieke aanraking (‘medisch noodzakelijk’) leerde niet goed – of leerde af – dat hij of zij de rechtmatige eigenaar van het eigen lichaam en leven is. Daar zijn uiteraard meer manieren voor. ‘Jong geleerd is oud toegestaan’? Stop it!
De laatste tijd komt vanuit de wetenschappelijke wereld mondjesmaat informatie naar buiten. Dit is mijn bijdrage.
Als je je hierin herkent en meer zou willen weten, biedt de website ex-couveusekinderen.nl een ingang. Er is ook een ‘lotgenotengroep’ waar je informatie en persoonlijke ervaring kunt uitwisselen en/of (h)erkenning kunt vinden.
Naast het onderzoek wie ik zelf in deze wereld ben (en wie niet), onderzoek ik het reageren van het neurologisch systeem/’autonome’ zenuwstelsel door preverbaal trauma/beschadiging/programmatie in mijzelf.
Pas onlangs ontdekte ik dat ik bij overprikkeling in een herbeleving van preverbaal trauma kom en daardoor in een toestand van dissociatie. Jarenlang heb ik dit niet begrepen en mijn omgeving nog minder. Het is op deze momenten geweest dat mensen met hun persoonlijkheidsdrangen en neiging tot therapeutiseren mij verder lieten afdrijven naar isolatie en niet-aanwezig kunnen zijn, dan het traumamechanisme zelf al deed.
Ik kan het niemand kwalijk nemen, want we zijn allemaal getraumatiseerd. Het is perfect geregeld.
Tot slot
Dat er binnen het gezin niet of weinig gesproken werd over de couveusetijd, is omdat het natuurlijk ook voor de ouders traumatisch was. Daarnaast kan schaamte een rol hebben gespeeld. Omdat ik zelf onnodig te vroeg ben geboren, speelde dat bij mij. Mijn moeder stond toe dat een keizersnede te vroeg werd ingepland, ‘ze was de zwangerschap ook wel zat’, maakte haar persoonlijkheid daarvan. Therapeuten willen maar al te graag dat ik dit geloof en ik me door mijn moeder ongewenst zal voelen, daar de schuld zal leggen. Het is niet zoals ik dat zie.
Er zijn vele boeken geschreven over couveusekinderen. Deze richten zich op ouders en gaan over de eerste levensjaren van de ontwikkeling van een couveusekind naar schoolrijpheid(!) De problemen ontstaan vaak (ver) daarna. Omdat onbekend was/is hoe het eraan toeging op couveuseafdelingen, kun je je een ongeluk zoeken naar wat er met je aan de hand is. Vast wel meer dan alleen je geboorte- en couveusetrauma, maar misschien vallen er wat kwartjes.
Fotoverantwoording: bovenstaande foto van mij, zou je ‘mislukt’ kunnen noemen omdat er een bewegingsonscherpte in zit. Het is de perfecte foto bij dit artikel omdat het me doet denken aan hoe ik de wereld waarneem in een toestand van beginnende dissociatie.
Bij zowel isolatie/dissociatie als openheid hoort een beweging. Want woorden en plaatjes zijn leuk, maar genoeg is het niet.
Isolatie is niet de vijand van Samen,
noch staat hij in dienst van Samen.
Samen is niet de vijand van Isolatie.
Alles is verbonden!
P.s. Wat Samen is, hoor en voel ik als mensen samen muziek maken. In onderstaande repetitie-opname van de klas van ‘mijn’ zoon kun je horen en voelen wat ik bedoel. Dit is wat jonge, getalenteerde mensen onder begeleiding van hun fantastische docenten aan het neerzetten zijn.
Laten wij het alsjeblieft óók over ‘Bruno’ hebben!