Spring maar achterop bij mij, achter op m’n fiets.
En ik weet nog niet waar we naartoe gaan samen,
maar dat boeit me ook helemaal niets.
En spring maar achterop bij mij, dan gaan we samen weg.
En ik weet nog niet waar naartoe,
maar dat maakt niet uit, want ik weet wel de weg.
Uit: Bagagedrager, Gerwin Pardoel/Yousef Gnaoui
Dit is een lied met een oorwurmrefrein.
In één couplet wordt gezongen/gerapt:
En ik had d’r nog wel zo lekker genomen.
Maar eindstand had ze m’n fiets gestolen (shit).
je zou kunnen zeggen:
‘Dat is wel terecht om dan een fiets te stelen.’
Maar het slaat nergens op om iets of iemand te nemen.
Je zou kunnen zeggen:
‘Dat kan nog niet eens!’
Maar het kan wél!
Alleen ben jij het niet, die neemt.
Vóór en TÉgen
Ik ben tégen: nemen.
Ik ben vóór: geven en ontvangen.
Verder ben ik nergens vóór of tégen.
Ik ben niet overal van gecharmeerd.
‘Mijn’ extra terrestrial is…
niet erg gecharmeerd van zijn regenjas
Hij is er ook niet echt tégen.
Hij is tégen: regen.
Hij is vóór: met mij meegaan.
Verder is hij nergens vóór of tégen.
We moeten wat!
We hebben geen invloed op het weer, toch?